maandag 6 maart 2017

De werkelijke waarde van een Nationale Bank aandeel!

Rogier Barberien, een pientere aandeelhouder, die twee jaar geleden de rangen der groene petten kwam versterken, vroeg op de algemene vergadering vorig jaar naar de boekwaarde van enkele participaties van de Nationale Bank en op die vraag kwam ditmaal voor het eerst een klaar en duidelijk antwoord waardoor we een betere kijk krijgen op de enorme onderwaardering van het NBB aandeel.

Volgens de directie bedraagt de boekwaarde per aandeel Nationale Bank:
1 euro voor het belang in Swift;
5 euro voor het belang in BMI; 
700 euro voor de deelneming in de ECB;
1.639 euro voor de participatie in het IMF;
824 euro voor de aandelen van de Bank voor Internationale Betalingen.

Samen bedraagt de boekwaarde van deze kruimels per aandeel NBB dus 3.169 euro of meer dan de huidige beurskoers.  Hierbij dient rekening gehouden te worden met het feit dat we over boekwaarde spreken!

De aandelen van de BIB zijn immers minstens zesmaal meer waard dan de boekwaarde, zodat de werkelijke waarde van deze participatie alleen al meer dan 4.900 euro per aandeel bedraagt.

In 2003 kregen de resterende privé aandeelhouders van de BIB, dankzij de interventie van een arbitragecommissie, meer dan 25.000 Zwitserse frank per aandeel uitgekeerd waarbij de commissie duidelijk stelde dat hierbij rekening gehouden werd met een enorme discount omwille van het speciale karakter van de BIS.  Sedert 2003 is de waarde van de BIB aandelen uiteraard sterk toegenomen terwijl de discount uiteraard niet van toepassing is op de aandelen die onze Nationale Bank aanhoudt.

Verder gaf de directie vorig jaar voor het eerst toe dat het goud wel degelijk eigendom is van de Bank, dat is trouwens altijd zo geweest.  Bij een verkoop van goud gaat de boekwaarde naar de Nationale Bank en de ingebeelde meerwaarde naar een onbeschikbare reserverekening.  Bij de discussie over het goud is het goud in feite nooit het onderwerp van gesprek geweest.  De politiek benoemde marionetten van de Bank hebben op een frauduleuze manier de onbestaande meerwaarden van het goud aan de Staat geschonken.  Die meerwaarden bestaan enkel in de verbeelding van de mensen die geen flauw benul hebben van de monetaire geschiedenis.

Tot 1914 is de waarde van een frank gelijk aan 0,290322 gram goud
een kilogram goud kostte toen 3448 frank;
sinds 1914 verloor de frank +/-99,70% van z'n waarde;
rekening houdend met die waardedaling moet een kilogram goud uit 1913 vandaag 1.150.000 frank waard zijn om zonder verlies verkocht te worden.

De voorbije decennia verkochten de politieke marionetten van de Nationale Bank ongeveer 1076 ton goud met verlies om vervolgens bijna tien miljard frank fictieve meerwaarde door te storten naar de Schatkist.

Gelukkig wordt nu toegegeven dat het goud wel degelijk van de Bank is en als het goud van de Bank is, is de waarde uiteraard ook van de Bank en haar aandeelhouders.  Met nog 227 ton in de reserves betekent dit vandaag meer dan 500 gram goud of 18.500 euro per aandeel.

Hyperinflatie, altijd hetzelfde verhaal!

Hyperinflatie ontstaat wanneer de geldhoeveelheid snel toeneemt en deze toename van de geldhoeveelheid niet ondersteund wordt door de groei van het BBP. 
Sedert 2008 waren we in de Westerse wereld getuige van een enorme toename van de geldhoeveelheid om failliete banken kunstmatig overeind te houden. 

Politici en centrale bankiers zijn Uw geld waardeloos aan het maken om hun eigen fouten te verdoezelen.   Met dit eenvoudige gegeven houdt U best rekening bij het beheer van Uw spaarcenten. 

De bekendste periode van hyperinflatie is ongetwijfeld die van de Duitse Weimar Republiek in 1923. Vooraleer men toen op de resetknop drukte was één dollar gelijk aan 4.000.000.000.000 mark. 

In het Romeinse Rijk vinden we het best gedocumenteerde voorbeeld van hyperinflatie in Egypte, waar de prijs van een eenheid tarwe tussen de jaren 276 en 334 steeg van 200 drachme tot 2.000.000 drachme of een inflatie van één miljoen procent in een periode van 58 jaar. 

In China werd in de tiende eeuw voor het eerst papiergeld ingevoerd waarvan de waarde gekoppeld werd aan goud, zilver of zijde. Toen men tijdens de Yuan Dynastie (1271-1368) overging tot het ongelimiteerd drukken van papiergeld, om hun oorlogen te financieren, werd dit uiteraard waardeloos. Recenter kende China een periode van hyperinflatie in de periode 1943/1955. In 1955 introduceerde Mao de Renminbi (geld van het volk) als nieuwe benaming voor de yuan. 
Om een idee te krijgen over de moordende impact van de inflatie in China is het interessant om te weten dat 1 Renminbi in 1955 gelijk was aan 15.000.000.000.000.000.000 yuan van voor 1948. 

Het verhaal van de waardeloze Franse assignaten kennen de meesten onder ons nog van de schoolbanken. 

Wereldrecordhouder inflatie is tot op heden echter Hongarije, waar in 1946 op 18 augustus 400 octillion pengö gelijkgeschakeld werd met 1 forint. 
1 octillion is het getal één gevolgd door 27 nullen. Eén forint had bij zijn invoering dus een waarde van 400.000.000.000.000.000.000.000.000.000 pengö.

Gans de geschiedenis van het papiergeld heeft één constante: 
Op een bepaald moment wordt het fiat geld waardeloos omdat politici, dictators en corrupte centrale bankiers niet over de discipline beschikken om de pijnlijke maatregelen te nemen om een fout beleid bij te sturen.  Steeds worden excuses gevonden om op de verkeerde weg verder te blijven gaan en uiteraard gaat het deze keer helemaal anders zijn dan bij de ontelbare voorbeelden uit de geschiedenis. Bij de ECB gaan ze voor de eerste maal sedert de uitvinding van papiergeld laten zien hoe je ongelimiteerd geld kunt creëren zonder dat geld waardeloos te maken.  Ik weet al hoe dat af gaat lopen!

Een kilogram brood van 0,13 naar 350 miljard mark!

Het feit dat Joegoslavië op 1 januari 1994 een nieuwe dinar invoerde die gelijk was aan 100.000.000.000.000.000.000 pre-1990 dinar zegt niet zoveel omdat dergelijke absurde bedragen het menselijk verstand te boven gaan.   Aan de hand van de evolutie van de prijs van een brood kunnen we de materie op een begrijpelijke manier voorstellen. 

Ziehier de evolutie van een kilogram brood in Duitsland tussen 1914 en 1924: 

In 1914 betaalde een Duitser 0,13 mark voor een brood; 

In 1918 kostte een brood 0,22 mark (+69%); 

In 1920 steeg de broodprijs tot 1,20 mark (+45%); 

In juni 1922 was de broodprijs gestegen tot 3,50 mark (+192%); 

In januari 1923 bedroeg de broodprijs 700 mark (+20.000%); 

In mei 1923 was de kostprijs van een brood gestegen tot 1.200 mark (+71%); 

Op 25 juli 1923 was de broodprijs gestegen tot 100.000 mark (+8.233%); 

Op 2 september 1923 moest je twee miljoen mark neertellen voor een brood (+1.900%): 

Op 20 oktober 1923 kostte een brood 670 miljoen mark (+33.498%): 

Op 1 november 1923 betaalde een Duitse burger 3 miljard mark voor een brood (+347%); 

Op 15 november 1923 steeg de broodprijs tot 80 miljard mark (+2.566%). 

Op die vijftiende november 1923 kostte een pint bier welgeteld 50 miljard mark. 

Op diezelfde vijftiende november 1923 introduceerde de Duitse regering een nieuwe munt genaamd de Rentemark. De Rentemark werd gewaardborgd door al het land en de industrie die in handen van de Duitse overheid was. 
Eén nieuwe Rentemark was gelijk aan 1.000 miljard oude marken. 

Nu het geld terug gedekt was door bestaande activa in plaats van beloftes van politici stabiliseerde de nieuwe munt doch quasi alle Duitse burgers bleven geruïneerd achter.  We zijn niet op de hoogte van klachten van mensen die hun vertrouwen aan gouden marken geschonken hadden.

Begin 1924 kostte een brood opnieuw 0,35 Rentemark. 
In oude marken was dat 350 miljard mark of 337% meer als op 15 november 1923.

Evolutie van de inflatie tussen 1835 en 1914

De Nationale Bank van België verschaft ons duidelijk gegevens betreffende de inflatie tussen 1835 en 1914. 

Als we het prijspeil uit 1914 gelijkstellen aan 100 geeft dit volgend beeld: 
1835: index 88; 
1840: index 96; 
1850: index 88; 
1860: index 100; 
1870: index 101; 
1880: index 99; 
1890: index 90; 
1900: index 89; 
1910: index 92; 
1914: index 100. 

Je ziet hoe de Nationale Bank in die tijd haar taak als behoeder van de koopkracht van de frank nauwgezet invult.  Uiteraard zorgen spanningen, revoluties en dergelijke regelmatig voor fluctuaties, de centrale bank zorgt ervoor dat het effect van eventuele inflatie ongedaan gemaakt wordt. 

Deze informatie is cruciaal om te begrijpen waarom er bij de oprichting van de NBB in 1850 niet voorzien werd in het indexeren van dat eerste dividend van 60 frank.  Waarom zou men rekening moeten houden met een fenomeen dat niet mocht bestaan?

De Nationale Bank was immers opgericht om er voor te zorgen dat de frank zijn koopkracht zou behouden. Tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog doet de NBB plichtsbewust datgene waarvoor ze opgericht was.  Na de Grote Oorlog zou de Bank een speeltje worden in de handen van politici en commerciële banken.

Het bedrog met het papier!

Bij het volgende verhaal moet je rekening houden met het feit dat de goudprijs vandaag slechts gedeeltelijk de enorme waardevermindering van het papiergeld weerspiegelt.   De goudprijs is met andere woorden historisch gezien fel ondergewaardeerd doch je krijgt toch een idee van hetgeen er zich afgespeeld heeft.

Met de wet van 25 juni 1832 wordt de waarde van de frank als volgt bepaald: 
1 Belgische frank = 4,5 gram fijn zilver = 0,290322 gram fijn goud 1 kilogram goud = 15,5 kilogram zilver.

Met de wet van 25 oktober 1926 legt de regering volgende pariteit vast: 
1 Belgische frank = 0,0418422 gram goud of een devaluatie van +85%.

Met de wet van 31 maart 1936 wordt de waarde van de frank als volgt omschreven: 1 Belgische frank = 0,0301264 gram goud of een nieuwe devaluatie van 28%. 

Op 1 mei 1944 wordt de waarde van de Belgische frank opnieuw aangepast tot 0,0202765 gram goud of een een nieuwe waardedaling van 33%.

Met de wet van 22 september 1949 bepaalt de regering de waarde van de frank als volgt: 1 Belgische frank = 0,01777341755 gram goud of opnieuw min 12%.

De jongste devaluatie van 8,5% werd in 1982 doorgevoerd doch ondertussen hadden de monetaire bollebozen op 15 augustus 1971 het lastige goud overboord gegooid zodat Jan met de pet onmogelijk kan volgen wat er eigenlijk met zijn geld gebeurt.

Rekening houdend met alle factoren daalde de waarde van de Belgische frank tussen 1914 en heden met  ongeveer 99,7%. 

Iedereen kent het spreekwoord "eerlijk als goud".  
De brave goedgelovigen die dit wensen te vervangen door "eerlijk als politici en politiek benoemde centrale bankiers" zijn uiteraard vrij om dit te doen.