maandag 7 januari 2013

Pond Sterling

Aanvankelijk was pond een gewichtsaanduiding.
Een pond sterling bijvoorbeeld was een pond penningen, zilveren munten met de opdruk van een ster.

In de twaalfde eeuw werd het pond gelijkgesteld met een aantal munten, in Engeland 20 shillings van 12 pence, in Frankrijk 20 sols van 12 deniers.
Met de gewoonte om niet meer te wegen maar te tellen, ontstond ook de mogelijkheid de metallieke inhoud van de penningen te verminderen. Immers, door de penningen lichter te maken werd de edel-metaalinhoud van een pond geringer.
In Engeland gebruikte men tot in de elfde eeuw het zogenaamde "tower pound", dat circa 350 gram woog met een zilvergehalte van 92,50% of 323,75 gram fijn zilver.

Allengs sloeg men lichtere stukken en midden zestiende eeuw was het gewicht zelfs teruggevallen tot 31 gram.
Gemeten naar de zilverinhoud verloor het pond over een periode van 500 jaar aldus ongeveer 90% van z'n waarde.
Onder koningin Elisabeth I (1533-1603) werd de zilverinhoud gesteld op ruim 111 gram en dit bleef zo tot de invoering van de gouden standaard in 1816.
Toen werd het zilvergehalte verlaagd; tevens werd bepaald dat sovereigns van 20 shilling, bevattende 7,322 gram fijn goud, zouden worden geslagen. De sovereigns bleven in omloop tot 1914, toen de gouden standaard werd verlaten en muntbiljetten van 1 pond werden ingevoerd.

Het herstel van de gouden standaard door Groot-Brittannië in 1925 betekende slechts de bereidheid van de Bank of England om aan het buitenland goud af te staan op basis van de goudinhoud van het pond die gold voor 1914.
Hieraan kwam definitief een einde in september 1931, toen Groot-Brittannië gedwongen werd om de goudstandaard weer te verlaten.

De koers van het pond sterling bleef zweven tot in 1946 het IMF tot stand kwam. De leden verplichtten zich weer een bepaalde verhouding tussen het goud en hun munteenheid vast te stellen. De goudinhoud van het pond sterling werd daarbij bepaald op 3,58134 gram fijn goud per pond. Nadien devalueerde het pond nog tweemaal: op 18 september 1949 en op 18 november 1967.
Op 23 juni 1972 liet Groot-Brittannië het pond zweven.

(Winkler Prins negende druk 1992)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten