dinsdag 8 december 2015

Jaarverslag 1854 algemene vergadering 26-02-1855

In het jaar 1854 blijft de Nationale Bank sterk presteren:

Het balanstotaal stijgt met 18,85% tot 184.208.517,71 frank;

De nettowinst stijgt met 20,66% tot 2.934.705,88 frank;

Het dividend stijgt met tien frank tot 76,60 frank per aandeel;

De hoeveelheid bankbiljetten in omloop stijgt van 90,36 naar 109 miljoen frank.

+2.934.705,88  nettowinst
- 1.500.000,00  eerste dividend van 6% voor de aandeelhouders
+1.434.705,88  rest na uitkering eerste dividend
-   478.233,29   1/3 toekenning aan de reserves
-   239.117,65   1/6 aandeel van de Staat in de winst
+  717.288,94   deel van de winst beschikbaar voor uitkering tweede dividend

De minister van Financiën vraagt aan de directie van de Bank om de aandeelhouders te dwingen het kapitaal te volstorten.  De directie delibereert hierover doch weigert aan de vraag van de minister te voldoen omdat zij hiervoor geen redenen ziet.

De Bank wordt door de regering verplicht om de goudstukken van tien en vijfentwintig frank, geslagen ter uitvoering van de wet van 31 maart 1847, uit omloop te nemen.  Dit levert de Bank een verlies op van 140.032,67 frank omdat deze muntstukken ingekocht worden tegen nominale waarde en hun goudgehalte lager ligt dan dat van de Belgische Louis.  Het verschil is als volgt:
0,2849 gram goud per frank voor de uit omloop genomen munten;
0,2905 gram goud per frank voor de Belgische Louis.

Iedere frank, die uit omloop wordt genomen door de Bank, zadelt de NBB op met een verlies van 0,0056 gram goud.

De toekenning aan de reserves stijgt met 54% tot 480.588,23 frank of 19,22 frank per aandeel, dit is een weinig hoger dan de minimum toekenning van 1/3 zoals voorzien in de statuten (478,233,29 frank).  Dankzij de opbrengsten van de bestaande reserves stijgen de reserves in werkelijkheid met 519.577,70 frank.  (nvdr Ieder jaar hamert de gouverneur op het belang van de stijging van de reserves voor de aandeelhouders omdat deze voor de volle 100% eigendom zijn van de aandeelhouders in kwestie.  De toekenning aan de reserves is in feite een extra spaarpotje voor de aandeelhouders.)

In 1854 vinden er 117 transacties met aandelen plaats en op 31 december zijn er:
9804 aandelen op naam
15196 aandelen aan toonder.
Er zijn 164 aandeelhouders op naam waarvan er 120 meer dan tien aandelen hebben en zodoende gerechtigd zijn om deel te nemen aan de algemene vergadering.

De raad van censoren wijst op het groeiende belang van Belgisch papier in de portefeuille van de Bank en stelt dat dit belang in de toekomst nog kan verhogen mits de politieke horizon "serener" wordt.  De censoren stellen dat de Bank zich moet ontdoen van de banden die voor de nodige ongemakken zorgen.  De raad wijst erop dat die beschamende banden moeten doorgeknipt worden om verder gezichtsverlies te voorkomen.  De directie moet zich bewust zijn van de gevolgen die dergelijk gezichtsverlies kunnen hebben voor de circulatie van de biljetten van de Bank (pagina 32 jaarverslag 1854).

nvdr Blijkbaar kunnen de censoren van de jongste decennia nog een lesje leren van hun voorgangers uit de negentiende eeuw!

Bron: jaarverslag Nationale Bank 1854.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten