maandag 11 januari 2016

Jaarverslag 1855 algemene vergadering 25 februari 1856

Tijdens de buitengewone algemene vergadering van 17 december 1855 werd directeur de Pouhon herverkozen voor een termijn van zes jaar.  De uittredende censoren Grenier-Lefebvre en Nagelmaekers-Orban worden herbenoemd voor een termijn van drie jaar.  Op 24 december 1855 werd gouverneur de Haussy door de Koning herbenoemd voor vijf jaar.

Tijdens een turbulent jaar kan de Bank uitpakken met een vrijwel gelijk balanstotaal (183.904.135,68 frank) en een winst die met 222.931,98 frank stijgt tot 2.915.927,71 frank.  Het dividend stijgt met 4,65 frank tot 81,25 frank terwijl er 21,85 frank per aandeel naar de reserves vloeit.

Het aantal bewegingen met aandelen daalt van 117 naar 88 en ze hebben betrekking op 1.618 effecten.

Op 31 december 1855 zijn er:
10.241 aandelen op naam
14.759 aandelen aan toonder.

Het aantal aandeelhouders op naam stijgt tot 180 en daarvan bezitten er 135 meer dan tien aandelen waardoor zij deel kunnen nemen aan de Algemene Vergadering.

In het vorige jaarverslag had de gouverneur aangegeven dat de liberale minister van Financiën Charles Liedts de Bank verzocht had om de aandeelhouders te vragen het kapitaal te volstorten.  De directie had de vraag van de minister onderzocht doch geen redenen gevonden om op de vraag van de minister in te gaan.  Als wraak weigert de regering om de uitgifte van nieuwe bankbiljetten door de NBB goed te keuren zodat de directie geen andere keuze gelaten werd dan toe te geven aan de chantage van de regering.  De directie wijst erop dat het volstorten van het kapitaal niks van doen heeft met economische noodwendigheden doch met een overdreven voorzichtigheid met betrekking tot het verhogen van garanties.

Aangezien drie/vijfde  van het kapitaal volstort was, diende zodoende nog vierhonderd frank per aandeel ingebracht te worden en na rijp beraad had de directie besloten om dit te doen in 8 zesmaandelijkse stortingen van 50 frank waarvan de eerste diende te gebeuren op 1 september 1855.  Het feit dat de eerste schijf van 50 frank reeds gestort werd tijdens het afgelopen boekjaar toont aan dat de chantage van de regering groot moet geweest zijn.  Voor 78 aandelen was de storting nog niet verricht op 31 december.  De gouverneur wijst er op dat de hoge koers van het aandeel aantoont dat de voorwaarden voor het volstorten van het kapitaal vrij goed onthaald werd.  Aandeelhouders, die dit wensten, konden hun aandelen in een keer helemaal volstorten en kregen daarvoor een bonus van 3% toegekend.  Voor 773 aandelen werd hiervan gebruikgemaakt.

Onze NBB slaagde erin om haar discontovoet te handhaven tussen 2,5 en 4% terwijl de centrale banken van Frankrijk en Engeland hun discontovoeten moesten optrekken tot 6 à 7%.  Volgens de gouverneur was dit te danken aan de traditionele Belgische voorzichtigheid met betrekking tot het aangaan van schulden.

Sedert haar aanstelling tot Rijkskassier ontving de Bank jaarlijks een vergoeding van 200.000 frank van de Belgische Staat.  Gouverneur de Haussy wijst erop dat die 200.000 frank bijlange niet volstaan om de kosten van die enorme taak te dekken.  Desondanks ontving de directie de vraag om akkoord te gaan met een halvering van deze vergoeding.  Ondanks het verzet van de Bank drukt de regering de halvering van deze vergoeding door. "Om de harmonie tussen de Bank en de regering niet de verstoren, geeft de directie uiteindelijk toe," aldus de gouverneur.

De raad van censoren wijst op de goede resultaten van de Bank en verwijst naar de politieke crisis in Europa, die uitmondde in een voedsel- en monetaire crisis, die de Banque de France noodzaakte om haar discontovoet op te trekken tot 6% en de Bank of England tot 7% voor bepaalde categorieën. (nvdr hierbij steeds in gedachten houden dat we op dat moment leven in een wereld waar inflatie taboe is, we spreken dus over hoge reële dicontovoeten!)

De censoren wijzen er vervolgens op dat de Bank fors had kunnen profiteren van de uitzonderlijke omstandigheden doch dat de directie duidelijk het belang van handel en nijverheid had laten primeren op het particuliere belang van de privé aandeelhouders.  "De Bank heeft geweigerd profijt te trekken uit een situatie die zonder twijfel de winst flink verhoogd zou hebben," zo stipuleren de censoren in hun verslag.

Verder merkt de raad het volgende op: "De hernieuwing van de conventie, met betrekking tot de diensten als Rijkskassier, heeft de vergoeding, die de Bank bij haar oprichting was toegezegd, gehalveerd.  Deze verlaging van deze vergoeding, die bijlange niet volstond om de kosten voor de Bank te dekken, wordt de Bank nu opgedrongen terwijl de kosten voor deze diensten blijven stijgen.  Ondanks dit alles heeft de Bank toegegeven aan de druk van de regering alhoewel die regering nergens een goedkoper en veiliger oplossing zal kunnen vinden."

nvdr Een duidelijk oordeel van een (toen nog) onafhankelijke raad van censoren.  Na amper vijf jaar pleegt de Belgische regering voor het eerst woordbreuk en worden de privé aandeelhouders voor het eerst bestolen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten