vrijdag 22 maart 2019

De woordvoerder van de Nationale Bank

Woensdagavond werd ik na de presentatie van Steven Vanackere in Kasterlee verbaal aangevallen toen ik mijn vraag aan het stellen was.  Mijn vraag zou welgeteld één minuut en vijfenveertig seconden in beslaggenomen hebben doch na vijftien seconden begon men mij te onderbreken en toen ik gewoon wilde doorgaan met het afronden van mijn vraag werd de vragenronde abrupt afgebroken door Geert Sciot, de nieuwe woordvoerder van de Bank.  In de negentien jaar, dat ik tegen de corruptie en het wanbeleid van de Nationale Bank strijd, heb ik al van alles meegemaakt doch dit was een totaal nieuwe ervaring.  Een duidelijker bewijs, dat de vraag die ik wilde stellen bijzonder gevoelige materie betreft, kan er moeilijk geleverd worden.  In mijn volgende post zal ik mijn vraag integraal weergeven, het schrijven dat ik vandaag aan de heer Sciot richtte, vindt U hieronder:

Mijnheer Sciot,



Hierbij zou ik U willen danken voor Uw ongepaste tussenkomst woensdagavond te Kasterlee.  Het feit dat U daar aanwezig was en vooral de manier waarop U tussenkwam toont aan hoe gevoelig de materie van het negeren van de wettelijke verplichting, inzake de vertegenwoordiging van vrouwen in raden van bestuur van beursgenoteerde bedrijven, ligt bij de Nationale Bank en de politici die willens nillens hun voeten veegden aan de wetten die ze zelf gecreëerd hebben.


Dit betekent echter niet dat ik gelukkig ben met de stunt die U in de Stille Kempen uithaalde en daarom geef ik U graag de kans om U hiervoor gemeend te verontschuldigen zodat we in de toekomst op een waardige manier met mekaar in de clinch kunnen gaan.



Uit Uw ongepaste tussenkomst heb ik wel geleerd dat er op de algemene vergadering van maandag 20 mei voor het eerst in de geschiedenis duidelijk zal geantwoord worden op de vragen die de aandeelhouders stellen en dat die antwoorden eveneens genotuleerd worden zodat een gegeven antwoord in de toekomst niet willekeurig aangepast kan worden aan de omstandigheden zoals dat in het verleden dikwijls het geval was.  Of had ik dat verkeerd begrepen?



Wat bedoelde U trouwens met die opmerking dat ik graag eet en drink?  De meeste mensen eten en drinken toch graag?  Daarbij was U wellicht uit het oog verloren dat ik als aandeelhouder van de Bank dat eten en drinken in feite zelf betaal.  Was het de bedoeling om mij daar in het publiek even belachelijk te maken?  Behoort dat tot de nieuwe strategie die U bij de Nationale Bank uitstippelt?

Met beleefde groeten,

Erik Geenen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten