donderdag 18 juli 2019

Zo klaar als een klontje, het goud is van de Bank!

Vraag 1 betreffende het goud van de Nationale Bank

Algemene vergadering Nationale Bank schriftelijke vragen Erik Geenen.

Vraag 1   Betreffende het goud van de Nationale Bank:

De voorbije jaren heb ik via mijn schriftelijke vragen op de algemene vergadering duidelijk de geschiedenis van het goud van de Bank geschetst alsook de manipulatie van de gebruikte terminologie om het goud van de Bank om te toveren in het goud van de Staat.

Hierbij heb ik reeds verschillende malen duidelijk aangetoond dat tussen 1851 tot en met 1971 er geen enkele discussie bestond.  In ieder jaarverslag werd er consequent gesproken over het “Goud- en deviezenbezit van de Nationale Bank”.

In het jaarverslag over 1971 luidt het op pagina 53 na 120 jaar nog steeds:

“Goudvoorraad en netto deviezenpositie van de Nationale Bank van België”.

Nergens wordt de situatie helderder uitgelegd als in het jaarverslag over 1948.
Daar lezen we op pagina 76 het volgende:

“Beschikbare goudvoorraad fr. 27.333.965.142,07

Onbeschikbaar goudsaldo na herwaardering van de goudvoorraad (besluitwet nr 5 dd. 1 mei 1944).

Per 31 december zijn deze twee rubrieken samengebracht op een enkele rekening <<Goudvoorraad>>, tengevolge van de aanwending van de passiefrekening <<Schatkist: onbeschikbare rekening wegens herwaardering (besluitwet nr 5 van 1 mei 1944>> tot de gedeeltelijke delging van de schuld van de Staat tegenover de Bank.”


Vanaf boekjaar 1972 (pagina 62) volgt er een subtiele verandering,
het goud en deviezenbezit van de Nationale Bank verandert in:

“NATIONALE BANK VAN BELGIE: GOUD- EN DEVIEZENRESERVES”

De jongste jaren, dit jaar op pagina 84 van het jaarverslag, luidt het als volgt:

“De officiële goud- en deviezenreserves van de Belgische Staat, die in de balans zijn opgenomen, worden aangehouden en beheerd door de Bank”.

Alhoewel verschillende leden van de directie de jongste jaren toegaven dat het goud wel degelijk van de Bank is werd dit nooit schriftelijk toegegeven en werd er op een sublieme manier rond de pot gedraaid.

Vraag:
Moeten we de versie van de jongste jaren (dit jaar op pagina 84) lezen als:
Het goud en de deviezen zijn eigendom van de Bank en haar aandeelhouders;
De Belgische Staat bezit 50% van de aandelen van de NBB;
Zodoende is de Staat eigenaar van 50% van het goud en de deviezen;
De resterende 50% zijn eigendom van de privé aandeelhouders?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten