Vraag 11
De
voorbije jaren heb ik via mijn schriftelijke vragen op de algemene vergadering
duidelijk de geschiedenis van het goud van de Bank geschetst alsook de
manipulatie van de gebruikte terminologie om het goud van de Bank om te toveren
in het goud van de Staat.
Het
goud is altijd van de Nationale Bank geweest, dat wordt duidelijk aangetoond
door de jaarverslagen zodat daarover geen discussie kan bestaan. Het probleem is uiteraard dat de politiek
benoemde directie van de Nationale Bank 82,58% of 1.076 ton van ons goud
verkocht heeft aan bodemprijzen om hun politieke bazen te helpen bij het
produceren van geflatteerde schuldstatistieken en frauduleuze begrotingen. Bij deze goudroof werd uitgegaan van de
foutieve stelling dat het goud van de Staat was. Nadat je 82,58% van het goud illegaal
onteigend hebt, met als argument dat het goud van de Staat is, wordt het
natuurlijk moeilijk om vervolgens toe te geven dat je die 1.076 ton goud per
ongeluk verkocht hebt.
Tijdens
de algemene vergaderingen van de voorbije vijftien jaar heb ik herhaaldelijk
duidelijk aangetoond dat tussen 1851 tot en met 1971 er geen enkele discussie
de eigenaar van het goud bestond. In
ieder jaarverslag werd er consequent gesproken over het “Goud- en deviezenbezit van de Nationale Bank”.
In het
jaarverslag over 1971 luidt het op pagina 53 na 120 jaar nog steeds:
“Goudvoorraad en netto deviezenpositie van de
Nationale Bank van België”.
Tussen
1850 en 1971 wordt op geen enkel moment ergens verwezen naar de mogelijkheid
dat het goud van de Staat zou zijn.
Nergens
wordt de situatie helderder uitgelegd als in het jaarverslag over 1948. Daar lezen we op pagina 76 het volgende:
“Beschikbare goudvoorraad fr. 27.333.965.142,07
Onbeschikbaar goudsaldo na herwaardering van de
goudvoorraad (besluitwet nr 5 dd. 1 mei 1944).
Per 31 december zijn deze twee rubrieken samengebracht
op een enkele rekening <<Goudvoorraad>>, tengevolge van de
aanwending van de passiefrekening <<Schatkist: onbeschikbare rekening
wegens herwaardering (besluitwet nr 5 van 1 mei 1944>> tot de
gedeeltelijke delging van de schuld van de Staat tegenover de Bank.”
Vertaling
voor de mensen die deze materie niet volledig beheersen:
Na
de opwaardering van de goudprijs in 1944 wordt de daardoor gecreëerde (fictieve)
meerwaarde op een onbeschikbare reserverekening geplaatst. Na de grote operatie om de alle
oorlogs-onevenwichten weg te zuiveren blijft de Belgische Staat met een zware
openstaande schuld aan de Nationale Bank.
Om deze schuld gedeeltelijk weg te werken wordt de bewuste “onbeschikbare
reserverekening” met een saldo van 10.493.184.885 frank overgeheveld naar de “Beschikbare
Goudvoorraad” van de Nationale Bank.
Vraag:
Als
de Staat in 1948 een deel van zijn schuld aan de Bank aflost door een
onbeschikbare reserverekening van 10,93 miljard frank over te hevelen naar de Beschikbare
Goudvoorraad van de Nationale Bank:
Is
er dan één regent die niet begrijpt wie de eigenaar van het goud van de
Nationale Bank is?
Vraag
12
Vanaf
boekjaar 1972 begint men verwarring te zaaien over wie de werkelijke eigenaar
van het goud is. Op pagina 62 van het jaarverslag over 1972 volgt er een
subtiele verandering, het goud en deviezenbezit van de Nationale Bank verandert
in:
“NATIONALE BANK VAN BELGIE: GOUD- EN DEVIEZENRESERVES”
Op
pagina 53 van het jaarverslag over 1971 staat er nog heel duidelijk: “GOUDVOORRAAD EN NETTO DEVIEZENPOSITIE VAN
DE NATIONALE BANK VAN BELGIE”.
Zo
gaat het altijd wanneer geschiedenis vervalst wordt. Dat gaat niet brutaal, dat zou immers teveel
opvallen. Het gaat stapje voor stapje.
De
jongste jaren, dit jaar op pagina 130 van het jaarverslag, luidt het als volgt:
“De
officiële goud- en deviezenreserves van de Belgische Staat, die in de balans
zijn opgenomen, worden aangehouden en beheerd door de Bank”.
Alhoewel
verschillende leden van de directie de jongste jaren toegaven dat het goud wel
degelijk van de Bank is werd dit nooit schriftelijk toegegeven en werd er op
een sublieme manier professioneel rond de pot gedraaid.
Vraag:
Moeten
we de verwarringzaaiende versie van de jongste jaren (dit jaar op pagina 130
van het jaarverslag) lezen als:
Het
goud en de deviezen zijn eigendom van de Bank en haar aandeelhouders;
De
Belgische Staat bezit 50% van de aandelen van de NBB;
Zodoende
is de Staat eigenaar van 50% van het goud en de deviezen;
Zodoende
beheert de Nationale Bank de goudreserves van de Staat (50%);
De
resterende 50% van die goudreserves zijn eigendom van de privé aandeelhouders?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten