donderdag 22 maart 2012

Onzekerheid troef!

De onzekerheid over de terugbetaling van de Duitse marken zorgde voor zenuwachtigheid bij de NBB. De NBB verzocht derhalve minister van financiën Léon Delacroix de eerder gedane mondelinge toezeggingen over de verschillende aspecten van de inwisseloperatie te formaliseren. Dat gebeurde tijdens de conventie van 19 juli 1919. Het renteloze voorschot van de Bank aan de Belgische Staat, dat inmiddels was opgelopen tot 5,8 miljard frank, werd daarbij omgezet in een meer concrete vordering. De Bank ontving voor een gelijkwaardig bedrag hernieuwbare doch renteloze Belgische schatkistbons in portefeuille. De ingezamelde marken werden bij wijze van waarborg in de kluizen van de Bank bewaard. Die garantie kon vanzelfsprekend niet verhelen dat haar kredietverlening op zorgwekkende wijze verstrengeld was geraakt met de Belgische overheidsfinanciën.

Teneinde de markenkwestie geregeld te krijgen knoopte de minister van Financiën onderhandelingen aan met zijn Duitse ambtgenoot Matthias Erzberger. Delacroix nam in de Belgische delegatie geen vertegenwoordigers van de NBB op, maar wel Emile Francqui, directeur van de Generale Maatschappij. Francqui had tijdens de oorlog een stevige reputatie opgebouwd als voorzitter van het dagelijkse bestuur van het Nationaal Hulp- en Voedingscomité. Die organisatie was erin geslaagd aanzienlijke hoeveelheden levensmiddelen van overzee aan te voeren, zodat België niet geteisterd werd door hongersnood. Bovendien onderhield Francqui goede contacten met de Duitse financiële wereld. Tijdens de moeizame onderhandelingen over de markenkwestie werkte Francqui zich snel op tot de centrale figuur aan de Belgische zijde. Op 25 november 1919 werd de zogenoemde conventie Erzberger-Francqui ondertekend, waarbij voor 5,5 miljard frank aan marken in het bezig van de Belgische Staat zouden omgeruild worden tegen veertig Duitse schatkistbons. De terugbetaling van het Duitse schatkistpapier werd gespreid over een termijn van tenminste twintig jaar.

De NBB, die pas begin december 1919 officieel werd ingelicht over de concrete voorwaarden van de conventie reageerde verbijsterd. Zij was de mening toegedaan dat hoogwaardige vorderingen op het goud van de Reichsbank, de marken, in de overeenkomst waren vervangen door langlopend Duits overheidspapier van dubieuze kwaliteit. De NBB besefte op dat ogenblik nog niet dat de biljetteninflatie in Duitsland dusdanige proporties had aangenomen dat het herstel van de vooroorlogse goudpariteit van de Reichsmark fictie was geworden.

De NBB voelde zich door de wijze van onderhandelen tussen België en Duitsland diep gekrenkt. Een haar zo sterk aanbelangende aangelegenheid was door de regering de facto toevertrouwd aan een grootbankier, terwijl de NBB enkel vanaf de zijlijn mocht toekijken. Na heel wat touwtrekkerij onderschreef ze, erg tegen haar zin, de conventie Erzberger-Francqui. Ze was bereid afstand te doen van hde marken die zich in haar kluizen bevonden. In ruil kreeg de NBB twee miljard frank toegewezen uit de opbrengst van de grote staatslening die begin 1920 zou worden uitgegeven.

Enkele maanden later zegde de Duitse regering de conventie Erzberger-Francqui op. Toch zorgde de commotie rond die overeenkomst voor een belangrijk keerpunt in het monetaire beleid van de NBB. Deze laatste, teleurgesteld over de houding van de Belgische regering ten opzichte van het markenprobleem, zou zich voortaan concentreren op de terugbetaling van de schatkistbons die zij in portefeuille had. De Bank voelde zich daarbij geruggesteund door het Britse Report on Currency and Foreign Exchanges after the War van 1918. Volgens dat draaiboek van monetaire herstelmaatregelen, zouden een inkrimping van de bankbiljettencirculatie, het terugdringen van de overheidsschuld en een restrictieve discontopolitiek de inflatoire spanningen automatisch onderdrukken. Zodoende zou het pad worden geëffend voor het herstel van de internationale gouden standaard op basis van de vooroorlogse pariteiten. (De Bank, de frank en de euro pagina102-104)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten