Vraag 14
De jongste dertien jaar was het
goud, dat zonder enige twijfel eigendom is van de Bank, volgens de
onafhankelijke directie van de Bank en een aantal corrupte rechters
achtereenvolgens:
1. Van
niemand en van iedereen;
2. Eigenlijk
van de Staat;
3. Een
soort van fiduciaire eigendom;
4. Een
actief dat tot het vermogen van de Bank behoort.
Recentelijk beweerde de advocaat
van de Bank voor de rechtbank dat het goud van de NBB in feite een soort van
bevroren vermogen is.
a. Kunnen
de onafhankelijke directeurs van de Bank na dertien jaar eindelijk eens
uitleggen hoe de vork nu juist aan de steel zit?
b. Hoe
komt het dat al het smeltwater altijd naar de Staat vloeit als een deel van dat
bevroren vermogen verkocht wordt?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten