zaterdag 18 februari 2012

De strijd om de macht 1838/1841

De Banque de Belgique die, teneinde haar invloedssfeer in de industrie snel uit te breiden, al te zware risico's had genomen, kon op 17 december 1838 haar biljetten niet langer omwisselen tegen klinkende munt en zag zich dus verplicht haar loketten te sluiten. Een dergelijke maatregel,genomen door de tweede grootste financiële instelling van het land, zorgde vanzelfsprekend voor de nodige opschudding, zodat de druk op de Generale Maatschappij en de andere banken nog verzwaarde. Om de stormloop te weerstaan kon de Generale opnieuw beroep doen op de hulp van de Parijse Rothschilds.

Ondanks dit succes werd de Generale het mikpunt van scherpe kritiek. Medio december 1838 had zij voor grote bedragen biljetten van de Banque de Belgique ter verzilvering aangeboden en daarom werd zij mede verantwoordelijk gesteld voor de liquiditeitscrisis van haar belangrijkste concurrent. Ook de kleinere bankiers waren ontzet over de houding van de Generale Maatschappij. De jaren voordien hadden zij de gewoonte aangenomen hun handelspapier bij de Banque de Belgique of de Generale te herdisconteren. Op het hoogteputn van de crisis kwam dat financieringskanaal echter zo goed als droog te staan. Toen de Banque de Belgique de deuren moest sluiten, zette ook de Generale haar herdisconteringsactiviteiten vrijwel volledig stop. Bijgevolg gingen stemmen op om een gespecialiseerd, onder overheidstoezicht staand discontokantoor op te richten.

Ook voorbeelden uit het buitenland leerden dat een financiële crisis anders kon worden aangepakt. Begin 1840 slaagde de Banque de France, opgericht in 1800 door Napoleon Bonaparte, erin een sluiting van de Parijse Caisse Laffitte te voorkomen. Dit maakte grote indruk op sommige Belgische politici en zakenlui waardoor deze steeds meer gingen beseffen dat in de Belgische financiële structuur een belangrijke hoeksteen ontbrak.

De Banque de Belgique werd uiteindelijk gered dankzij een zwaar overheidskrediet maar door de hele affaire had het vertrouwen in het bankbiljet uiteraard een hele deuk gekregen. Bovendien was de animositeit tussen de Banque de Belgique en de Generale intussen groter dan ooit zodat zij weigerden elkaars papiergeld nog langer te aanvaarden, ook dit was niet bevorderlijk voor de verspreiding van het bankbiljet. Uit al die gebeurtenissen trok de overheid niettemin lessen. Teneinde de convertibiliteit te waarborgen, werden aan het emissierecht voortaan strikte voorwaarden verbonden. Dit bleek toen de in 1841 opgerichte Banque de Flandre bankbiljetten wilde uitgeven. Ten minste een derde van haar papiergeld moest gedekt zijn door muntstukken en de rest door onmiddellijk opvraagbaar krediet of door wissels met een looptijd van hoogstens 90 dagen.

Op het eerste gezicht kwam de Generale versterkt uit de crisis van 1838/39. Haar belangrijkste concurrent was door de gebeurtenissen zwaar getroffen en besloot ertoe niet langer nieuwe industriële participaties in portefeuille te nemen. De Banque de Belgique zou zich voortaan op korte-termijnoperaties concentreren. Voorts werd in 1839 eindelijk het Belgisch-Nederlands vredesverdrag ondertekend, wat de Generale de gelegenheid bood een aantal politiek geladen dossiers definitief af te handelen. Zo kon het aanzienlijke aandelenpakket van de Generale, dat nog steeds in het bezit was van Willem I, worden overgedragen of verkocht. Ook voor de netelige kwestie van de kasvoorraden uit de tijd van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden werd een oplossing gevonden, waardoor de bank verlost raakte van haar orangistisch imago.

Onderhuids bleven echter een aantal problemen voortwoekeren. De maatregelen van de Generale om haar liquiditeitspositie structureel te verbeteren, leverden in de praktijk niet veel op. Spaardeposito's werden bijvoorbeeld nog steeds gebruikt om participaties in ondernemingen te financieren zodat de gevaarlijke wanverhouding tussen korte termijnverplichtingen en moeilijk realiseerbare vorderingen bleef bestaan. Tijdens de financiële crisis van 1848 zou de Generale de rekening gepresenteerd krijgen.
(De Bank, de frank en de euro pagina 27-31)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten