dinsdag 20 mei 2014

1948: de Belgische Staat is de NBB 35 miljard frank schuldig!

Na de Tweede Wereldoorlog speelde de Nationale Bank uiteraard een centrale rol in het terug op poten zetten van het financieel systeem in België. Om de Belgische Staat van dienst te zijn is de NBB uitermate soepel en uiteindelijk wordt in 1948 de rekening gemaakt en hierbij wordt de schuld van de Staat aan de Nationale Bank berekend op 35 miljard frank. Om de Belgische Staat een extra duwtje in de rug te geven wordt bepaald dat de Staat slechts een rente van 0,1% moet betalen op die schuld van 35 miljard frank.

Uiteindelijk zal de Staat slechts één miljard terugbetalen zodat de aandeelhouders van de NBB langzaam maar zeker bestolen worden want het spreekt voor zich dat die rente van 0,1% bijlange niet volstond om de hoge inflatie bij te benen. Zo wordt die openstaande schuld van 34 miljard frank langzaam maar zeker opgegeten door de inflatie. Dit spijtige spelletje blijft duren tot 1991 en toen....... werd alles nog veel erger.

In 1991 wordt die schuld van 34 miljard frank plotseling een hinderpaal voor de Belgische toetreding tot de euro want het Verdrag van Maastricht bepaalt namelijk dat de nationale centrale banken van de eurozone geen geld mogen lenen aan de Staat. In plaats van op dat moment een eind te maken aan de schandalige toestand wordt er een typisch Belgische oplossing uitgedokterd.

In 1991 wordt er een geheim akkoord gesloten tussen de NBB en de Belgische Staat waarin bepaald wordt dat de uitstaande schuld van 34 miljard frank wordt omgezet in vrij verhandelbare staatsleningen. In feite blijft de NBB dus gewoon diezelfde 34 miljard frank lenen aan de Staat maar nu onder de vorm van obligaties waarop de Staat in plaats van 0,1% de gewone marktrente moet betalen. Doch het geheim akkoord past daar een lange mouw aan want volgens dat geheim akkoord moet de NBB vanaf 1991 jaarlijks 986 miljoen frank betalen op die schuld van de Staat aan de Bank. Om juist te begrijpen hoe dit in z'n werk ging, moet er eerst een woordje uitleg gegeven worden. Ik ga trachten om het zo begrijpelijk mogelijk voor te stellen.

In 1991 was de situatie zo dat de Staat sowieso recht kreeg op alle opbrengsten van de rentedragende activa die hoger lagen dan 3%. Als de NBB bijvoorbeeld een obligatie in portefeuille had die 7% opbracht, ging daarvan automatisch 4% naar de Staat. Ik moet er geen tekening bij maken om duidelijk te maken dat dit sterk in het nadeel werkte van de privé aandeelhouders op een moment dat de inflatie hoger dan 3% lag. Terug naar die schuld van 34 miljard die omgezet was in verhandelbare staatsleningen. Dankzij die 3% regel kreeg de Staat automatisch de rente terug die de overheid boven 3% betaalde. Nu betaalde de Staat in feite dus 3% in plaats van de 0,1% van vroeger en op dat moment komt de willekeur, het machtsmisbruik en de hebzucht van onze politici volledig in beeld.

In plaats van tevreden te zijn met het feit dat men gedurende 43 jaar 34 miljard frank had mogen gebruiken tegen een belachelijke rente van 0,1% en dat die 34 miljard in 1991 nog slechts een fractie vertegenwoordigde van de oorspronkelijke waarde van die 34 miljard frank in 1948 wordt in het geheim akkoord bepaald dat de NBB het verschil tussen de 3%, die ze vanaf 1991 zal ontvangen, en de oorspronkelijke 0,1% jaarlijks aan de Staat moet terugstorten. Drie procent min 0,1% geeft 2,9%. Vanaf 1991 zal de NBB jaarlijks 2,9% betalen op die 34 miljard of 986 miljoen frank per jaar. Na de invoering van de euro wordt dit uiteraard 24,442 miljoen euro. Zij, die dachten dat het nu echt niet meer erger kan, vergissen zich echter.

Door de dalende rente begint het voordeel van die 3% regel voor de Staat uiteraard weg te smelten. Kassa, kassa als de rente 8% staat doch als de rente onder de 3% valt, stopt dit kassagerinkel. Dus besluiten de Belgische politici om de privé aandeelhouders van de Nationale Bank nogmaals zonder enige compensatie met een speciale wet te onteigenen. Na die wet uit 2009 wordt alles in dezelfde pot gestopt en mogen de politieke marionetten, die de NBB besturen, totaal willekeurig bepalen hoe de winst verdeeld wordt. Na het verhaal dat ik hierboven vertelde, moet ik er geen tekeningetje bij maken dat dit toevallig niet zo gunstig uitkomt voor de privé aandeelhouders van de Bank.

Als er één zaak duidelijk is na die wet van 2009 dan is het wel dat de NBB vanaf dat moment uiteraard die 24,4 miljoen euro per jaar niet meer moet betalen want de drie procent regel is ondertussen afgeschaft zodat die 3 - 0,1 = 2,9% helemaal niet meer van toepassing is. Ik merk echter heel snel dat men die 24,4 miljoen euro doodleuk blijft doorbetalen. Als men die 24,4 bekijkt in functie van de geldmachine die de NBB is dan kan men zich de vraag stellen of die 24,4 miljoen wel de moeite waard is om zich druk over te maken. Wel, die 24,4 miljoen is wel degelijk bijzonder belangrijk en dat zal ik nu even uitleggen.

Dit jaar krijgen de privé aandeelhouders een nettodividend van 124,20 euro per aandeel of in totaal (124,20 euro X 200.000 aandelen) 24,84 miljoen euro netto of welgeteld 1,6% meer dan die 24,442 miljoen euro die de onafhankelijke directeurs jaarlijks voor de lol aan de Staat schenken. Je kunt overdrijven op deze planeet doch zoals de grote Paul Vanden Boeynants ooit zei: TROP IS TEVEEL EN TEVEEL IS TROP!

Op de algemene vergadering van vorig jaar beloofde de directie op mijn vragen hieromtrent dat deze praktijk zou stoppen, dat men de onterecht betaalde bedragen zou terugvorderen en dat de privé aandeelhouders dan mogelijks een extra dividend zouden krijgen. Op pagina 77 van het jaarverslag 2013 staat echter zwart op wit dat de politiek benoemde marionetten van de NBB ondanks alle beloftes vorig jaar opnieuw die 24,44 miljoen euro overgemaakt hebben aan de Staat.

Dit verhaal krijgt nog een onaangenaam staartje, dat zweer ik op alles wat me heilig is!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten