Na mijn mail aan Jan Jambon dd. 10 juli krijg ik eind juli Maarten Vanderhenst aan de lijn. Maarten is verantwoordelijk voor de ledenadministratie en hij meldt mij dat er een probleem is met mijn lidmaatschap omdat ik mijn ontslag ingediend had. Ik vertel hem dat dit zeker niet het geval was en ik vraag hem om in de toekomst per mail te communiceren zodat er in de toekomst geen discussie zou kunnen ontstaan over hetgeen wel of niet gezegd is.
Op dinsdag 30 juli stuur ik een mail naar Maarten Vanderhenst en in die mail zet ik heel duidelijk uiteen dat ik zeker nooit mijn ontslag gaf als lid. Ik verwijs naar de statuten en ik vraag stel wat er zich feitelijk afgespeeld heeft.
Maarten antwoordt mij op 31 juli dat ik een gemotiveerd schrijven moet richten aan de partijraad met de vraag om terug lid van de N-VA te mogen worden.
Dezelfde dag antwoord ik als volgt:
"Beste Maarten, In de statuten lees ik heel duidelijke zaken over een verzoenings- en tuchtcommissie, het geven van een blaam, schorsing en uitsluiting van leden, de betekening van beslissingen en procedures allerhande. Op geen enkel moment ben ik op de hoogte gebracht van een eventuele procedure, laat staan van het feit dat ik verbannen werd uit de partij. Om de zaak fatsoenlijk te kunnen voorbereiden, zou ik moeten weten: Wanneer en door wie er besloten werd om mij te schrappen als lid van de N-VA? Op basis van welke argumenten dat gebeurde? Waarom ik daarvan nooit op de hoogte werd gebracht? Waarom ik nooit de kans gekregen heb om mij te verdedigen? Kun je me deze gegevens zo snel mogelijk bezorgen? Bij voorbaat dank. Met vriendelijke groeten, Erik Geenen."
Op diezelfde 31ste juli ontvang ik volgend antwoord van Maarten:
"Hallo Erik Voor alle duidelijkheid het gaat niet over een verzoenings- en tuchtdossier, maar over de opzeg van je lidmaatschap door jou. Dat is gewoon een administratieve procedure. De verzoenings- en tuchtcommissie heeft hier niets mee te maken, want niemand heeft ooit klacht tegen jou ingediend. Ik contacteer je volgende week opnieuw als ik meer weet. Met vriendelijke groeten, Maarten Vanderhenst Provinciaal Bewegingsverantwoordelijke Antwerpen"
Na ontvangst van die mail reageer ik onmiddellijk als volgt:
"Beste Maarten, Zoals ik al enkele malen duidelijk gesteld heb, heb ik mijn lidmaatschap nooit opgezegd. Gelukkig had ik tijdig in de gaten dat ik geen uitnodiging tot het betalen van mijn lidgeld had ontvangen en heb ik mijn lidgeld voor 2013 begin januari zelf betaald. Aangezien in nooit mijn ontslag gegeven heb, dringen volgende vragen zich op: Waarom zou ik mijn lidgeld betalen als ik mijn ontslag gegeven zou hebben? Op basis van welke gegevens heeft men geconcludeerd dat ik mijn ontslag gegeven had? Wie heeft die conclusie getrokken en waarom werd ik daarvan niet op de hoogte gebracht? Wat is de exacte datum waarop mijn verzonnen ontslag geacteerd werd? Als ik per aangetekende brief een lidmaatschap of abonnement opzeg, ontvang ik altijd meerdere brieven, mails of telefoons om mij te overtuigen om toch lid te blijven. Bestaat er bij de N-VA geen procedure om leden te overtuigen om toch lid te blijven? Wordt er van mij verwacht dat ik ga pleiten om een onbestaand ontslag ongedaan te maken? Met vriendelijke groeten, Erik Geenen."
Na het pingpongspelletje op 31 juli weet men blijkbaar niet goed meer hoe het nu verder moet en duurt het tot 13 augustus tot ik volgende mail ontvang:
"Hallo Erik even kort: ik ben onderstaand bericht niet uit het oog verloren, maar moet nog even wachten tot er een aantal mensen terug zijn uit vakantie. Ik hou je zeker op de hoogte. Met vriendelijke groeten, Maarten Vanderhenst Provinciaal Bewegingsverantwoordelijke Antwerpen"
Enkele dagen later krijg ik een telefoontje met het verzoek om op donderdag 3 oktober om 15 uur naar de hoofdzetel van de partij te komen voor een meeting met Jan Jambon en Piet De Zaeger. Naar goede gewoonte werd er eerst wat rond de pot gedraaid tot ik aan Jan Jambon vroeg wat er nu in feite aan de hand was. De zaak was duidelijk: ik had mijn ontslag gegeven. Toen ik dit heel krachtig ontkende, vroeg ik op grond van welke informatie men bij de N-VA besloten had dat ik mijn ontslag gegeven had. Dat lag moeilijk want die informatie was vertrouwelijk. Wat is er echter vertrouwelijk als iemand, die zogezegd zelf zijn ontslag gegeven had, vraagt hoe hij dit ontslag dan wel ingediend had. Het lag allemaal nogal gevoelig tot ik zei dat ik dan wel naar de pers zou stappen met dit bizarre verhaal. Daarop vroeg Jan Jambon aan Piet De Zaeger om open kaart te spelen waarop De Zaeger zijn kantoor verliet.
Enkele minuten later kwam Piet De Zaeger terug met een stapeltje papieren. Deze papieren bleken mijn schriftelijke vragen op de algemene vergadering van de Nationale Bank in 2012 te zijn waarop ik even een beetje boos werd. Op dat moment was het duidelijk dat ik geschrapt was op een manier waarbij verschillende essentiële artikelen van de N-VA statuten overtreden waren en aangezien men hierbij gebruikgemaakt had van een brief die gericht was aan de "Regentenraad van de Nationale Bank van België" kwam hier zowaar nog eens schending van het briefgeheim bovenop.
Vervolg van dit droeve verhaal in deel 4.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten