vrijdag 21 september 2018

Een verhaal van schande, corrupte politici in België!

Machtsmisbruik, willekeur en oplichting zijn onmiskenbaar de meest typerende woorden voor het tragische spel rond de Nationale Bank.  Soms is het bedrog echter zo zichtbaar en openlijk dat de ganse vertoning een beetje zielig wordt.

Reeds jaren voer ik gericht actie tegen de jaarlijkse schenking van 24,4 miljoen euro van de Nationale Bank aan de Staat.  Dit jaar ontvangen de privé aandeelhouders (50% van de aandelen) netto een dividend van ongeveer 19,9 miljoen euro terwijl er ongeveer 300 miljoen euro naar de Staat gaat (50% van de aandelen).  In die 300 miljoen euro zit de hoger vermelde schenking van 24,4 miljoen waarvan alle directeurs al sedert 2012 met het schaamrood op de wangen moeten toegeven dat de Bank die 24,4 miljoen helemaal niet verschuldigd is aan de Staat.  Waar komt die 24,4 miljoen euro vandaan?

Het gaat hier over een erfenis van de Tweede Wereldoorlog.  Na de Tweede Wereldoorlog werden de rekeningen opgemaakt en nadat men zoveel mogelijk de Belgische Staat had bevoordeeld, bleef de Staat toch nog 35 miljard frank, in die tijd nog veel geld, schuldig aan de Nationale Bank.  Die schuld werd het levende bewijs van de onbetrouwbaarheid van de Belgische politici want, naast het feit dat ze nooit terugbetaald werd, toverde men die schuld om tot een eeuwigdurende bron van inkomsten voor de schuldenaar die in gebreke bleef.  Hoe zit de vork aan de steel?

Om de Belgische Staat andermaal te bevoordelen moest de Staat slechts 0,1% rente betalen op die schuld van 35 miljard hetgeen uiteraard meebracht dat onze politici niet veel zin hadden om zo'n goedkoop krediet terug te betalen.  Je kunt de situatie een beetje vergelijken met één van de gevolgen van de politiek van de ECB vandaag: Waarom zouden politici met begrotingsproblemen zware inspanningen leveren als ze dankzij de ECB quasi gratis geld krijgen?

Van die 35 miljard frank werd uiteindelijk slechts één miljard terugbetaald en het saldo van 34 miljard bleef doodleuk als schuldvordering in de boeken van de NBB staan zodat die schuld langzaam maar zeker kon wegrotten door de inflatie.  Maar toen kwam het Verdrag van Maastricht roet in het eten strooien want volgens dat Verdrag mochten landen, die wilden toetreden tot de euro, geen schulden hebben bij hun centrale banken.  Aangezien België nog voor 34 miljard frank in het rood stond bij de NBB werd die schuld dus een no pasaran situatie voor ons land naar de euro.  Hoeveel was die 34 miljard uit 1948 in koopkrachttermen trouwens nog waard in 1991?  Maakten de Belgische politici een eind  aan het schandaal en werd die schuld eindelijk vereffend?   Neen, er werd een meesterlijk oplichtersplan uitgewerkt.



Op 2 januari 1991 sloten de Belgische Staat en de Nationale Bank een geheim akkoord waarbij die uitstaande schuld werd omgezet in Belgische staatsleningen en waarbij overeengekomen werd dat de Bank jaarlijks 2,9% rente zou betalen aan de Staat.  Een schuldeiser die rente moet betalen aan een schuldenaar die in gebreke blijft......  Het zal wel een typisch Belgisch sjoemelverhaal zijn zeker.  Waar komt die 2,9% vandaan?

Tot de jongste onteigening zonder compensatie van 2009 gold de schandelijke 3% regel die bepaalde dat alle winsten van de Bank, die uitstegen boven de 3% rendement op het vermogen, rechtstreeks toekwamen aan de Staat.  Deze regel was nog enigszins verdedigbaar op het moment dat inflatie nog niet bestond doch na de Eerste Wereldoorlog ging die vlieger helemaal niet meer op.  Immers, op het moment dat de inflatie hoger lag dan drie procent kreeg je per definitie een de facto onteigening van de aandeelhouders.  Toen Luc Coene en co in 2009 in de gaten kregen dat de rente misschien richting nul ging gaan, werd de oneerlijke 3% regel overboord gegooid en vervangen door een nieuwe regeling waarbij men zelfs bij een extreem lage rente geld naar de Staat kon blijven sluizen.

Terwijl die jaarlijkse schenking van 24,4 miljoen euro in feite nooit had mogen bestaan werd ze na de coup van 2009 gepromoveerd tot schandaal buiten categorie.  Na het afschaffen van die drie procent regel was er uiteraard geen enkele reden meer om die 2,9% (3% - 0,1% = 2,9%) op die nooit terugbetaalde schuld te blijven betalen en dit werd de jongste jaren op de algemene vergaderingen van de Bank ieder jaar door de directie bevestigd.

De kracht van verandering ging aan dit schandaal een einde stellen en de N-VA was na de verkiezingen van 2014 zelfs zo dapper om het afschaffen van die betaling in het regeerakkoord te laten opnemen.  Doch toen de lucratieve postjes eenmaal binnen waren was er bij de N-VA blijkbaar geen ruimte meer voor een beetje fatsoen zodat ook in 2016 opnieuw onterecht 24,4 miljoen euro aan de Staat geschonken werd.

Zoals hoger aangegeven ligt die 24,4 miljoen euro 22,6% boven het totale netto-dividend dat dit jaar aan de privé aandeelhouders uitgekeerd wordt waardoor de situatie uiteraard helemaal absurd wordt.  Dergelijke walgelijke praktijken worden goedgekeurd door alle traditionele partijen inclusief veranderingspartij N-VA, zelfstandigenorganisatie Unizo en het Verbond der Belgische Ondernemingen die allemaal zetelen in de Regentenraad.  De traditionele Belgische politieke partijen liggen aan de basis van het plunderen van de reserves van de NBB en zodoende hebben zij er alle belang bij dat alles bij het oude blijft om te voorkomen dat de onwaarschijnlijke reeks oplichterspraktijken blootgelegd wordt.  De N-VA had echter volkomen propere handen in dit schandaaldossier doch blijkbaar moesten fatsoen en eer wijken voor machtshonger.  Weigeren om dergelijke wanpraktijken stop te zetten is zonder enige twijfel niet erg verstandig omdat men hier zondigt tegen één van de basisregels in een samenleving die zegt dat het geen schande is om fouten te maken doch dat het weigeren om fouten recht te zetten misdadig is.  Hier betreft het een zaak die zo duidelijk en eenvoudig is dat ze door iedereen kan begrepen worden.  Dit wordt zonder twijfel één van de spreekwoordelijke nagels die op termijn onvermijdelijk hun plaats in de doodskist zullen opeisen.  Vorige maand las ik een boek waarin een wenende Winston Churchill, na zijn pijnlijke verkiezingsnederlaag in 1945, mijmerend tegen zijn secretaresse zei: “Ik heb er geen spijt van, mijn naam zal in de geschiedenis vermeld worden”.  De privé aandeelhouders van de Nationale Bank zullen er zorg voor dragen dat de namen van alle onafhankelijke directeurs en regenten van de Bank gepast zullen vermeld worden in de geschiedenisboeken als de mensen die uit eigenbelang en machtshonger de reserves van de Bank geplunderd hebben om oneerlijke, onbekwame politici een beetje meer speelruimte te bezorgen.

Op pagina 77 van het jaarverslag wordt de parabel van de schande als volgt voorgesteld:
“24,4 miljoen euro: Jaarlijks aan de Staat gestort bedrag ter compensatie van de meeruitgaven die voor de Staat voortvloeien uit de conversie van de geconsolideerde schuld tegenover de Bank in verhandelbare effecten.  De meerkosten voor de Staat van die in 1991 uitgevoerde conversie zijn gelijk aan het verschil tussen de 3% die hij aan de Bank liet, overeenkomstig de toenmalige verdelingsregel en de forfaitaire toelage van 0,1% die de Staat tot dan toe verschuldigd was op zijn geconsolideerde schuld tegenover de Bank.  Op het bedrag van die schuld, namelijk 34 miljard frank, beloopt dat verschil 986 miljoen frank, dat is 24,4 miljoen euro”.

A.    Aangezien de directie van de Bank sedert 2012 ieder jaar unaniem verklaart dat de Bank die 24,4 miljoen euro sedert 2009 niet meer verschuldigd is aan de Staat neem ik aan dat deze discussie gesloten is.  Of zijn er directieleden of regenten die sinds vorig jaar van mening veranderd zijn?
B.     In de verklarende tekst op pagina 77 wordt duidelijk gesproken over “de toenmalige verdelingsregeling”.  Dit betekent onherroepelijk dat die verdelingsregeling vandaag niet meer van toepassing is.  Reikt de onafhankelijkheid van de directie van de Nationale Bank zo ver dat zelfs betalingen, die niet meer verschuldigd zijn, niet stopgezet kunnen worden?
C.     In de verklarende tekst wordt verwezen naar het verschil tussen de 3%, die de Staat na de conversie moest betalen op de nooit vereffende schuld, en de symbolische 0,1% die de Bank jaarlijks mocht binnenrijven.  De meerkost voor de Staat bedroeg in 1991 dus 2,9% of 24,4 miljoen euro.  Hoeveel bedroeg die virtuele meerkost voor de Staat in 2016? 
D.    Wat was het gemiddelde rendement dat de Bank ontving op de Belgische staatsleningen in portefeuille?
E.     Wanneer gaat de Bank deze onzinnige stortingen stopzetten?
F.      Heeft de directie al stappen ondernomen om de sedert 2010 jaarlijks onterecht uitgekeerde 24,4 miljoen euro terug te vorderen?
G.    Sedert 2010 gaat het in het verhaal van die 24,4 miljoen ondertussen over een totaal van 170,8 miljoen euro die onterecht aan de Staat overgemaakt werd.  Hoe gaat de Regentenraad dit rechttrekken?
H.    Hoeveel nalatigheidsintresten gaan hierop aangerekend worden?
I.        Indien de Regentenraad zelf niet over het nodige gezond verstand beschikt lijkt het mij het makkelijkst dat de Regentenraad die 170,8 miljoen plus nalatigheidsintresten afhoudt van de winst die doorgesluisd wordt naar de Schatkist.  Kan de Regentenraad hierover tijdens de algemene vergadering duidelijkheid verschaffen en het antwoord opnemen in de notulen?
J.       Op pagina 81 van het jaarverslag staat duidelijk vermeld hoe de Regentenraad in alle onafhankelijkheid de winst verdeelt.  Het mag dan ook geen enkel probleem zijn om deze schandelijke situatie volgend jaar recht te trekken.  Kan de Regentenraad tijdens de algemene vergadering van maandag 15 mei 2017 hierover een duidelijk standpunt formuleren of is de onafhankelijkheid van die Regentenraad toch niet zo totaal als voorgesteld?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten