woensdag 22 mei 2019

Antwoorden op de schriftelijke vragen!

Gedurende vele jaren hebben we heel hard gevochten om antwoorden te krijgen op de vele legitieme vragen die zich stelden en dat werpt de jongste jaren steeds meer vruchten af.  Nog steeds wordt er heel veel rond de hete potten gedraaid doch langzaam maar zeker beginnen steeds meer zaken duidelijk te worden.  De Bank weigert nog steeds hardnekkig de antwoorden te notuleren zodat zij de handen vrijhoudt om bepaalde verhalen te kunnen wijzigen in de toekomst.  Zo was het dit jaar opmerkelijk om te noteren dat men, nadat men de jongste jaren verschillende keren had toegegeven dat het goud wel degelijk van de Bank was, nu opnieuw teruggreep naar "het goud is van de Staat".  Daarom is het belangrijk om jaar na jaar de werkelijk gegeven antwoorden te verwerken in de nieuwe vragen voor het volgende jaar.  Over het goud van de Bank bestaat geen enkele twijfel en om de werkelijke situatie beter te begrijpen is mijn vraag 1 van dit jaar een zeer goede leidraad.

Cruciaal in het Nationale Bank dossier is het feit dat men uit overmoed soms zware fouten maakt doch dat men die fouten dan naderhand probeert recht te trekken door nieuwe wetten te maken.  Zo verschuilde men zich over mijn vragen over de vertegenwoordiging van vrouwen aan de top van de Bank achter het feit dat de Nationale Bank niet gebonden was aan de wet van 28 juli 2011 omtrent het quotum van 33% vrouwen in raden van bestuur bij beursgenoteerde ondernemingen.  Blijkbaar heeft men op 25 april 2019 nog vlug een wet gestemd waardoor men suggereert dat de Bank niet gebonden was aan de wet van 28 juli 2011 doch dat men zich nu toch naar die wet zal schikken tegen de algemene vergadering van volgend jaar.  Met andere woorden: Men heeft gezondigd tegen de wet uit 2011 doch dit wordt acht jaar na datum goedgepraat door een wet van 28 april 2019!  Opnieuw behaalden de privé aandeelhouders hiermee een belangrijke overwinning.

Uiteraard gaf men niet openlijk toe dat men gelogen had tegen de ECB over de jaarlijkse betaling van 24,4 miljoen euro aan de Staat.  Op mijn vraag vier volgde een heel lang welles en nietes spelletje doch het staat wel degelijk allemaal zwart op wit op papier op de website van de ECB.  De directie van de Nationale Bank verschuilt zich achter het feit dat men bij de ECB de zaak verkeerd vertaald heeft.  Volgens de weledelhooggeboren directeurs van de NBB is men bij de ECB dus niet in staat om een eenvoudige tekst begrijpend te lezen en correct te vertalen.  Dit dossier ga ik nu verder met de ECB opnemen en daar zullen ongetwijfeld de nodige gevolgen uit voortvloeien.

Belangrijkste vaststelling uit de twee vorige alinea's:
In 2012 brak ik het 24,4 miljoen schandaal open en kwam de belofte dat dit zo snel mogelijk ging stopgezet worden.  De brief aan de ECB dd. 4 oktober 2012 spreekt boekdelen (zie mijn vraag 4).  Ondanks de belofte uit 2012 aan de aandeelhouders en aan de ECB is deze absurde diefstal nog steeds niet stopgezet.  In het geval van het niet naleven van de vennootschapswetgeving, in verband met de vertegenwoordiging van vrouwen in de raad van bestuur, slaagt men er op een mum van tijd in om een wet door het parlement te sluizen om de inbreuk goed te praten en aan te kondigen dat het vanaf volgend jaar gedaan zal zijn.

Op mijn vraag 7 over het eventueel repatriëren van het goud van de Bank kwam als antwoord dat het blijkbaar veiliger zit in Londen en Canada.  Volgens een bron uit de Nationale Bank zou 80% van ons goud bewaard worden bij de Bank of England.  Uit veiligheidsredenen kon men dit echter niet bevestigen.  Waarschijnlijk is de directie bang dat we het zelf zullen gaan halen.

Op mijn vraag 8 over de verloning van de gouverneur als lid van de raad van bestuur bij de Bank voor Internationale Betalingen.  De gouverneur ontving vorig jaar voor zijn mandaat bij de BIB:
een vergoeding van 37.500 Zwitserse frank;
een toeslag van 35.000 Zwitserse frank;
Normaal gezien moeten op vergoedingen van die supranationale instellingen geen belastingen betaald worden doch na mijn vragen hierover de jongste jaren blijkt men hier toch ook een beetje voorzichtiger geworden en werd er blijkbaar beslist dat de gouverneur op deze vergoeding toch belastingen moet betalen in Belgenland.

Vraag 9 kreeg als antwoord dat de directeurs hun kosten moeten bewijzen en dat de grootste kostenpost de buitenlandse reismissies zijn.  Vorig jaar waren er voor de zeven directieleden 160 buitenlandse reizen weggelegd of ongeveer twee buitenlandse verplaatsingen per maand per directeur.  Hoeveel er betaald werd voor kostenvergoedingen mochten de aandeelhouders niet weten.

Mijn vraag tien over de toekomstige vastgoedverkopen aan de Berlaimontlaan te Brussel:
In 2021 zou het gebouw van de drukkerij verkocht worden met een grondoppervlak van 4.100 vierkante meter;
Tegen 2028 zouden er gebouwen verkocht worden met een grondoppervlakte van 17.850 m²:
In totaal worden er in hartje Brussel in de komende tien jaar gebouwen verkocht met een totale grondoppervlakte van 21.950 m².  Dat zal wellicht een aardige duit opbrengen voor de aandeelhouders.

Op mijn vraag 11 over hoe het mogelijk is dat een aandeel met een intrinsieke waarde van meer dan 35.000 euro dat de jongste tien jaar de reserves zag aangroeien met 8.630 euro kwam het antwoord dat dit te wijten was aan de werking van de beurs.  Vertaald betekent dit dat het ligt aan de domheid van de kudde.

Vraag 12:
De beruchte jaarlijkse onterechte betaling van 24,4 miljoen euro per jaar komt overeen met een strafrente van 2,9% op een schuld van de Staat aan de Bank van 843 miljoen euro uit 1948.  De Bank betaalt dus een strafrente van 2,9% op een schuld van de Staat aan de Bank, in een normale wereld zou dat juist andersom zijn.  Het wordt echter nog erger als je te horen krijgt dat die strafrente, omdat de Staat zijn verplichtingen niet nakwam, een halve procent hoger ligt dan de rente die we vorig jaar voor die 843 miljoen ontvangen hebben.  Een flagrante aanfluiting van de regelgeving rond deugdelijk bestuur die niet zonder gevolgen zal blijven!

Vraag 15:
De directie weigerde te antwoorden op de vraag hoeveel de activa van de Bank waard zijn doch tijdens een later kruisverhoor leerden we dat de huidige waarde van de participatie van de Nationale  Bank in de Bank voor Internationale Betalingen 5.600 euro per aandeel bedraagt.  U leest het goed: Onze participatie in de BIB, een peulschil in de totaliteit van de activa van de NBB, is vandaag op zijn eentje 5.600 euro per aandeel NBB waard of 133% meer dan de huidige beurskoers!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten