zaterdag 7 januari 2012

1 maart 1859 kapitaal volstort!

Zoals eerder verteld werd aanvankelijk slechts drievijfde van het kapitaal volstort omdat 25 miljoen frank in die tijd blijkbaar te veel geld was om een centrale bank op te starten. Op 29 juni 1855 besluit de raad van bestuur van de NBB om, op vraag van de minister van financiën, over te gaan tot het volstorten van het kapitaal.

Op 31 december 1856 waren er 14.003 aandelen aan toonder en 10.997 aandelen op naam.
De 10.997 aandelen op naam waren verdeeld onder 212 aandeelhouders, vijf jaar eerder waren er slecht 113 aandeelhouders die samen 11.189 aandelen op naam bezaten.

In die tijd was vierhonderd frank per aandeel, het resterende tweevijfde van het kapitaal dat nog moest volstort worden, nog veel geld en gelet op het feit dat de 25.000 NBB aandelen verspreid waren onder honderden aandeelhouders was men genoodzaakt om het kapitaal in verschillende schijven op te vragen, een eerste op 1 september 1855 en een laatste schijf op 1 maart 1859, zodat alle aandeelhouders een redelijke kans kregen om de nodige franken bijeen te sprokkelen. (jaarverslag 1856 pagina's 8 en 9)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten