maandag 2 januari 2012

31 december 1851

Op 31 december 1851 werd het eerste volledige boekjaar afgesloten en het jaarverslag over 1851 werd op 23 februari 1852 door de gouverneur voorgelegd aan de Algemene Vergadering der aandeelhouders.

In 1850 was de Nationale Bank van start gegaan met 25.000 aandelen van 1.000 frank. De aandelen werden echter slechts voor drievijfde volstort, de resterende tweevijfde of tien miljoen frank zou later pas opgevraagd worden indien de uitbreiding van de activiteiten dit zouden vereisen (jaarverslag pagina 6). Bij de start waren er slechts twee aandeelhouders namelijk:
de Socièté Générale met 15.000 aandelen;
de Banque de Belgique met 10.000 aandelen.

Vijftien miljoen frank was in die tijd voldoende om een centrale bank op te richten, een frank uit 1850 woog immers een beetje zwaarder dan vandaag. Een spinster verdiende in 1848 bijvoorbeeld 18 centiem per dag (Gedenkboek ASLK pagina 56). Inflatie moest in die tijd nog uitgevonden worden en bepaalde getallen uit die periode komen nu gewoon lachwekkend over.

In 1873 bedroegen kapitaal en reservefonds van de Société Générale samen 76 miljoen frank. De begroting van de Belgische Staat werd in hetzelfde jaar op 302 miljoen frank berekend. (Gedenkboek ASLK pagina 34)

De werkdag was zeer lang, gemiddeld 10 à twaalf uur. In de vlasindustrie kende men de 78-urenweek. Naargelang van de industrietak schommelden de daglonen tussen 2,26 frank en 3,30 frank (in 1880). Toen kostte een kilogram roggebrood 12 centiem, een kilogram aardappelen 14 centiem en een kilogram spek 70 centiem. (Gedenkboek ASLK pagina 35)

Omwille van het hoge risico gingen de twee NBB aandeelhouders van het eerste uur snel over tot het verkopen van een deel van hun aandelen. Belgische politici en notabelen gingen actief op zoek naar investeerders die de jonge Belgische Staat wilden steunen door aandeelhouder te worden van de Nationale Bank van België.

Op 31 december 1851 was de situatie als volgt (pagina 10 jaarverslag 1851):
13.950 aandelen aan toonder waren, op hun verzoek, geleverd aan de Banque de Belgique en de Socièté Générale of aan andere partijen die door hen aangeduid waren; 139 aandelen aan toonder werden terug naar de NBB gezonden om op naam gesteld te worden zodat het aantal aandelen aan toonder op 31 december 13.811 bedroeg.
De 11.189 aandelen op naam waren verdeeld, buiten de twee hoofdaandeelhouders, onder 111 aandeelhouders onder dewelke er 40 waren die minder dan tien aandelen bezaten, het minimum van het aantal dat voorzien was in artikel 46 van de statuten om deel te mogen nemen aan de Algemene Vergadering en te mogen stemmen. Dit recht kwam zodoende toe aan 71 aandeelhouders zonder de vertegenwoordigers van de twee hoofdaandeelhouders die door hen mochten aangeduid worden volgens artikel 61 der statuten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten