dinsdag 13 maart 2012

Papier en klinkende munt

Het massaal oppotten van zilveren vijffrankstukken en zelf van zilveren pasmunt bracht nog voor de Duitse inval het dagelijkse betalingsverkeer danig in de war. De Bank had echter haar voorzorgen genomen en vanaf 1912 had zij reeds in het geheim biljetten van vijf frank laten drukken. Op 4 augustus 1914, de dag waarop de Duitse troepen België binnenvielen, werden ze in omloop gebracht. Hoewel de biljetten van vijf frank snel op ruime schaal werden verspreid, raakte het betalingsverkeer enkele weken later opnieuw ontwricht. De Bank werd immers door het ministerie van financiën gelast de dekkingsreserve, de biljettenvoorraad en de clichés voor het drukken van de biljetten over te brengen van Brussel naar de vestiging in Antwerpen. Anders dan in 1870 gebeurde die evacuatie erg discreet zodat de ongerustheid bij de bevolking niet nodeloos werd opgevoerd. Ook in Antwerpen bleken de reserves evenwel niet veilig voor het oprukkende Duitse leger zodat ze uiteindelijk naar de Bank of England werden verscheept.

Mede als gevolg daarvan ontstond in bezet België snel een acuut tekort aan chartaal geld. Heel wat steden en gemeenten zagen zich verplicht noodgeld uit te geven in de vorm van gemeentebons en ook sommige bedrijven begonnen met eigen papiergeld te betalen. Bovendien reageerden de Duitse autoriteiten woedend op de verscheping van de reserves naar Londen: indien de metaalvoorraad of tenminste de clichés voor het durkken van biljetten niet onmiddellijk naar Brussel zouden worden teruggehaald, zou de Bank in bezet gebied onherroepelijk worden gesloten. De Belgische regering, die inmiddels in het Franse Le Havre een onderkomen had gevonden, was echter minder dan ooit van plan op haar beslissing terug te komen. In Le Havre was in de tussentijd een succursale van de NBB opgericht die voor de regering in ballingschap onder meer als rijkskassier en kredietverschaffer fungeerde. Vanuit dat perspectief warden de reserves in Londen uitgegroeid tot een interessante waarborg voor het vlot functioneren van de bijbank. De regering ging evenmin in op de eis om de clichés naar Brussel te repatriëren omdat in dat geval de Duitsers over een onbeperkte emissiemogelijkheid van biljetten van de Bank zou hebben beschikt.
(De Bank, de frank en de euro pagina 94-97)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten