maandag 12 mei 2014

N-VA en haar statuten deel 4

Nadat alle kaarten op tafel lagen was het duidelijk dat de partijleiding van de N-VA zich van mij ontdaan had op een manier die tegenstrijdig was met alle punten die hierover in de statuten van de partij voorzien waren.

Men had om één of andere reden een duidelijke belofte niet nageleefd en omdat ik hierover uitleg vroeg en mij niet neerlegde bij het feit dat ik totaal genegeerd werd, had de partijleiding blijkbaar besloten om mij te schrappen zonder de statuten hieromtrent te eerbiedigen. Had mijn zesde zintuig mij niet gewaarschuwd, over het feit dat ik geen uitnodiging voor het hernieuwen van mijn lidmaatschap ontvangen had, zou ik nu gevangen zitten in een welles-nietes spelletje waarbij ik bij het overgrote deel van het publiek de schijn tegen mij zou gehad hebben. Dankzij het feit dat ik vervolgens uit eigen beweging tijdig mijn lidgeld betaalde en nauwgezet alle correspondentie bewaard heb, kan ik nu zwart op wit aantonen wat er werkelijk gebeurd is.

Op het moment dat dit begon door te dringen, besloot Jan Jambon dat er blijkbaar ergens een fout gebeurd was en dat ik nog steeds lid van de N-VA was. Het enige probleem was dat men mij een nieuw lidnummer zou moeten geven omdat het informaticasysteem niet zou toelaten om mij mijn oude lidnummer terug toe te kennen. Omdat het hier toch over een heel speciale situatie ging, stelde ik voor om voor mij een speciale gouden lidkaart te laten maken bij een Brussels juwelier zodat men mijn oorspronkelijke lidnummer er in kon laten graveren. Om een lang verhaal kort te maken: ik werd terug N-VA lid en ik mocht mijn oude lidnummer 8380 behouden.

Daarmee was het probleem van mijn onrechtmatige schrapping opgelost welliswaar zonder enige verontschuldiging doch bleef het Nationale Bank verhaal uiteraard een open end story en daarom stuurde ik op 6 januari 2014 volgende mail naar Jan Jambon:

Beste Jan,

Voor het nieuwe jaar wens ik je eerst en vooral een goede gezondheid en verder veel gelukkige momenten met je familie en vrienden, mooie successen en weinig zorgen. 

Na mijn schrappingsavontuur had ik eerlijk gezegd wel op een of ander vervolg gerekend doch je zult het waarschijnlijk te druk gehad hebben met andere zaken. Zoals ik in maart al aangaf, had ik mij graag mee in de strijd gegooid voor de federale verkiezingen doch gelet op de ontwikkelingen zal dat wellicht niet nodig zijn. 

Uiteraard heb ik een ganse lijst van zaken, die ik graag mee verwezenlijkt had, doch cruciaal blijft voor mij uiteraard het Nationale Bank dossier. Vooraleer de kiesstrijd in volle hevigheid losbarst, had ik graag het officiële standpunt van de partij over dit schandaaldossier gekend. Is de N-VA bereid om een eind te maken aan de onwaarschijnlijke discriminatie van de privé aandeelhouders van de NBB? 

In bijlage een copij van een brief die ik al aan verschillende ministers heb bezorgd. In feite is mijn vraag de volgende: Is de N-VA bereid om het eerste dividend voor de aandeelhouders van de NBB aan te passen aan de evolutie van de koopkracht? Dat eerste dividend van 60 frank uit 1850 bedraagt vandaag nog steeds 60 frank terwijl het inkomen van de gouverneur steeg van 18.500 frank per jaar tot bijna 30 miljoen frank dit jaar. Omgerekend bleef een frank uit 1850 voor de aandeelhouders van de NBB een frank terwijl het inkomen van de gouverneur steeg met een factor 1600. Is de N-VA bereid om te ijveren voor het aanpassen van dit eerste dividend zodat de koers van het aandeel naar een meer aanvaardbaar peil van minimum 12.000 euro kan stijgen? Dit kost de Belgische Staat geen cent, het brengt de Staat zelfs geld op.

Graag ontving ik op deze vraag zo snel mogelijk een duidelijk antwoord.

Zoals je weet, ben ik steeds bereid om een en ander te komen toelichten. 

Met vriendelijke groeten, 

Erik Geenen.

Opnieuw moest ik echter vaststellen dat ik volledig genegeerd werd met uitzondering van een korte nietszeggende mail van Jan Jambon op vrijdag 31 januari in de vroege morgen, de dag van de start van het belangrijke N-VA congres in Antwerpen:

Beste Erik,

Zoals al meermaals bevestigd onderschrijf ik je visie dat de privé-aandeelhouders van de NBB systematisch gediscrimineerd worden. Het ligt dus voor de hand dat we ons verder zullen inspannen om deze discriminatie weg te werken.

Wat het dividend betreft zou je me iets beter moeten documenteren, omdat ik de inpak van je voorstel momenteel niet kan inschatten. Een dividend is toch een uitkering op basis van de geboekte winst en volgt die evolutie en niet noodzakelijk de koopkracht ?

Groeten, Jan

Deze mail ontving ik nadat ik op 21 en 30 januari een korte mail verstuurd had om te herinneren dat ik opnieuw geen antwoord kreeg op mijn eenvoudige vraag. Achteraf gezien was het heel duidelijk dat die mail van 31 januari bedoeld was om er voor te zorgen dat ik mij niet zou roeren tijdens het congres. Gelet op mijn ervaringen met politici en mijn schrappingsverhaal heb ik vervolgens nog enkele keren geprobeerd om een antwoord op mijn vraag te krijgen doch om één of andere reden is men bij de N-VA niet bereid om schriftelijk een duidelijk standpunt in te nemen net zoals men niet geïnteresseerd was om mij de zaak te laten toelichten hetgeen Jan Jambon in zijn mail van 31 januari toch duidelijk aangaf. Jan Jambon vraagt in zijn mail duidelijk bijkomende inlichtingen en uit zijn antwoord blijkt trouwens dat hij totaal niet op de hoogte is van de dividendproblematiek bij de NBB. Toch geeft hij na het congres geen teken van leven meer.

Voor mij is de maat op dat moment uiteraard vol want ik besef als geen ander dat ik een engagement op papier moet hebben voor de verkiezingen van 25 mei. Daarom stuur ik op maandag 14 april volgende korte mail naar Jan Jambon waarbij ik hem herinner aan de onbeantwoorde mails van 31/01, 11/03, 24/03 en 3 april:

Beste Jan, 

Zondag 13 april is ondertussen verstreken zonder enige reactie op mijn mails dd. 31 januari, 11 maart, 24 maart en 3 april.

De ongeschreven en onuitgesproken boodschap is klaar en duidelijk overgekomen, ik zal daar in de komende dagen gepast op reageren.

Met vriendelijke groeten, 

Erik Geenen. 

Aangezien ik in de dagen daarvoor op Twitter en andere media al voorzichtig aangegeven had dat ik mijn verhaal zou publiceren, kreeg ik op 17 april volgend antwoord van Jan Jambon:

Erik, 

Je weet hoe we staan tegenover het dossier van de NBB, daar hebben we het al vaak genoeg over gehad. 

Ik hou er echter helemaal niet van om met jou te handelen op basis van ultimatums en dreigementen. 

Geef ons de gelegenheid om op het gepaste moment een dossier te verdedigen en niet het op voorhand al onmogelijk te maken. 

Vriendelijke groeten, Jan 

We spreken ondertussen van 17 april 2014 en de mensen die mijn verhaal volledig gelezen hebben, weten dat dit drama zich reeds in februari 2011 begon te ontwikkelen. Gedurende drie jaar heeft men spelletjes gespeeld, mij op alle mogelijke manieren genegeerd en mij vervolgens zonder enige mogelijkheid tot verdediging geliquideerd als partijlid. Ik heb mij altijd zo correct mogelijk en hoffelijk opgesteld doch ik ben wel beleefd en kordaat blijven aandringen. Gelet op de gebeurtenissen en het tijdsverloop van drie jaar vond ik de passage van die ultimatums en dreigementen dan ook zwaar overdreven. Persoonlijk zou ik durven zeggen dat ik misschien een beetje te geduldig geweest ben doch ik ga er van uit dat de lezer van dit verhaal zelf wel zijn conclusies zal kunnen trekken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten