dinsdag 20 mei 2014

Schriftelijke vragen algemene vergadering NBB 26 mei 2014

Vraag 6
Na de Tweede Wereldoorlog hebben de privé aandeelhouders van de NBB onwaarschijnlijke offers gebracht om de nood van het Belgische volk te lenigen. Eén van die offers was het toekennen van een lening van 35 miljard frank tegen een rente van één procent aan de Belgische Staat. De Belgische Staat kwam echter zijn verplichtingen niet na en uiteindelijk betaalde de Staat slechts één miljard frank terug en moest de NBB vanaf sedert 1991 jaarlijks 24,44 miljoen rente betalen op het geld dat de Staat schuldig was aan de Bank. In 1991 werd de schuld van de Staat aan de Bank omgezet in vrij verhandelbare staatsschuld doch het spreekt voor zich dat 34 miljard frank uit 1991 niet dezelfde koopkracht had als 34 miljard frank in 1948.

Na de nieuwe onteigening zonder compensatie van de privé aandeelhouders van de NBB door de wet van 2009 waren die betalingen aan de Staat helemaal buitenaards en zonder vorm geworden. Tijdens de algemene vergadering van vorig jaar beloofde de onafhankelijke directie van de NBB dat zij deze onterecht aan de Staat gestorte bedragen zouden terugvorderen en dat er dan eventueel een extra dividend aan de privé aandeelhouders zou kunnen toegekend worden.
a. Werd aan deze onbegrijpelijke praktijk ondertussen definitief een einde gesteld? b. Hoeveel miljoen euro werd er in de periode 2009-2013 onrechtmatig aan de Staat overgemaakt in dit dossier?
c. Werden deze sommen ondertussen terug overgemaakt aan de NBB?
d. Werden hierop intresten betaald door de Staat?
e. Heeft de onafhankelijke directie van de Bank al zicht op het moment waarop dat extra dividend zal worden uitbetaald?
f. Hoeveel bedroeg het verlies in koopkracht voor de Nationale Bank, die het gevolg was van het feit dat de Staat de verschuldigde 34 miljard verzuimde terug te betalen en ze in 1991 vereffende door 34 miljard frank aan de NBB te geven onder de vorm van staatsleningen?
g. Volgens mijn berekeningen zou het effectieve verlies voor de privé aandeelhouders van de NBB hier ongeveer vierduizend euro per aandeel bedragen. Stemt dit overeen met de berekeningen van de onafhankelijke directie van de NBB hieromtrent?


Vraag 7
Volgens het Verdrag van Maastricht mogen de nationale centrale banken uit de eurozone geen geld lenen aan hun nationale overheden. Volgens het jaarverslag had de Nationale Bank van België op 31 december 2013 voor meer dan 7 miljard euro Belgische staatsschuld op haar balans staan. De Belgische Staat staat zodoende voor meer dan 7 miljard euro in het krijt bij de Bank. Gelet op de inhoud van vraag 6 weten we ondertussen dat de Belgische Staat haar verplichtingen tegenover de Bank niet kan of wil nakomen.
a. Als je schuldpapier van een schuldenaar bezit, leen je toch geld aan die schuldenaar: hoe valt dit te rijmen met de bepaling van het Verdrag van Maastricht hieromtrent?
b. Gelet op de ervaringen uit het verleden met de Belgische Staat: Is het niet bijzonder onvoorzichtig om schulden van dergelijke onbetrouwbare schuldenaar aan te houden?


Vraag 8
In de veronderstelling dat de Bank op 30 mei 2013 één kilogram goud zou verkocht hebben aan 34.640 euro: Hoe zou deze verkoop verwerkt worden in de boekhouding van de Bank?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten